Mathilde Spier

Saartjen Fortuin was de derde dochter van Mozes Jacob Fortuin en Clara Bendix uit de uitgebreide familie van Lochemse Fortuinen. Zij werd geboren in 1835 en vertrok op enig moment met haar verse echtgenoot Michel/Machiel Spier naar Kalkar. Of misschien was het andersom: vertrok ze naar Kalkar en vond daar een partner. In elk geval werden daar hun drie kinderen geboren: Flora (1863), Mozes (1864) en Mathilde/Mathilda (1866).

In 1866 kwam Saartjen met haar drie kinderen – Mathilde nog op de arm – naar Lochem. Vader was uit beeld. Moeder en kinderen werden ingeschreven op adres Walderstraat 29, de woning van haar oom Jacob Mozes Fortuin (1839-1929) en tante Elisabeth Fortuin-Bueno de Mesquita (1827-1899). Flora werd na aankomst in Lochem al gauw ondergebracht bij de buren op nummer 27. Daar woonde een andere oom en tante van Saartjen, Isaac Fortuin en zijn vrouw Esther Bueno de Mesquita. Mozes en Mathilde en hun moeder bleven bij Jacob in huis. Mozes vertrok daar na zijn huwelijk in 1892 en moeder Saartjen hertrouwde in 1895 met koopman Salomon Prins, hulpgazan in Alkmaar. Mathilde woonde rond haar 20e enige tijd in Deventer, mogelijk om een opleiding te volgen, maar stond vervolgens tot haar overlijden in 1909 ingeschreven bij haar oom. Ook Mozes was daar weer welkom na zijn scheiding in 1904.

Nadat dochter Mathilde al in 1909 op de Joodse begraafplaats in Lochem was begraven vond ook moeder Saartjen daar in 1917 haar laatste rustplaats. Broer/zoon Mozes werd in de oorlog vermoord in Sobibor. Zus/dochter Flora was al in 1910 overleden in Amsterdam.