Familie Koopmans – Henschel

Op 11 mei 2022 zijn op het adres Emmastraat 25 in Lochem vijf Stolpersteine gelegd voor:

Hendrika Koopmans-Herschel (55 jaar), vermoord 28 mei 1943 in Sobibor
Mozes Maurits Koopmans (28 jaar), vermoord 28 februari 1943 in Auschwitz
Nico Koopmans (26 jaar), vermoord 28 februari 1943 in Auschwitz
Bertus Koopmans (22 jaar), vermoord 31 o9ktober 1941 in Mauthausen
Ari Koopmans (21 jaar), vermoord 28 februari 1943 in Auschwitz

In oktober 1915 openden Nathan en Rika Koopmans-Herschel aan de Emmastraat 25 een kleine manufacturenwinkel waar stoffen op rol, naaispulletjes, handdoeken, theedoeken, ondergoed, sokken etc. werden verkocht.

Rika deed de huishouding en de winkel, terwijl Nathan met zijn transportfiets de boer op ging. Het gezin breidde zich geleidelijk uit en telde na verloop van tijd 6 kinderen, 4 jongens en 2 meisjes. De oudste van het gezin, Mozes Maurits of Mau, werkte bij vader in de zaak en ging evenals zijn vader de boer op. Hij zou later de zaak overnemen.

Nadat Nico zijn mulodiploma had behaald kwam hij ook in de zaak te werken, hoewel hij andere ambities had. Hij zag de toekomst voor zich als boekhouder of accountant. Dochter Corrie had na de lagere school een baantje gekregen in een sjieke Amsterdamse modezaak. Voor ze naar Amsterdam ging was ze al bevriend met Andries Hoek uit Goor. Ze trouwden in april 1941, wat het laatste huwelijk zou blijken te zijn dat werd voltrokken in de sjoel in Lochem.

Bertus was na de lagere school bij een slager in de Molenstraat gaan werken. Op 8 oktober 1941 werd hij vanuit zijn werk gearresteerd. Via kamp Schoorl en Buchenwald werd hij naar Mauthausen getransporteerd waar hij op 31 oktober werd vermoord, 22 jaar oud.

Ari, de 4e zoon uit het gezin, was een verlegen schuchtere jongen. Hij was wat kinderlijk gebleven en kon niet goed bevatten wat er allemaal gaande was. Mozes Maurits, Nico en Ari hebben kort ondergedoken gezeten. Door omstandigheden keerden ze terug naar huis. Het woonhuis en de winkel waren inmiddels onteigend en de winkelvoorraad was in beslag genomen. Niet lang daarna werden ze gearresteerd en naar een Joods werkkamp in Ede gebracht. Na een maand werden ze op transport gezet naar Westerbork. Na een verblijf van enkele weken vertrok op 19 oktober 1942 de goederentrein naar Auschwitz. Na een reis van 3 dagen en 2 nachten kwamen ze uitgeput aan. Ze werden geselecteerd voor dwangarbeid. De omstandigheden waren erbarmelijk. Na 4 maanden vonden ze de dood: Mozes Maurits 28 jaar, Nico 26 jaar, Ari 21 jaar.

Begin 1943 stierf Nathan op 74-jarige leeftijd thuis in zijn onteigende woning. (Hij staat niet in het rijtje omdat hij niet door de Duitse bezetter is vermoord).

Op 9 april 1943 werden Rika Koopmans en haar 17-jarige dochter Bertha gedwongen om naar kamp Vught te reizen. Na een verblijf van 5 weken van wachten, ontberingen en onzekerheid werd Rika op 23 mei 1943 naar Westerbork getransporteerd. Daar werd ze direct in een reeds klaarstaande veewagen gejaagd met bestemming Sobibor. Op 28 mei op haar 55e verjaardag werd ze direct na aankomst vergast. Bertha bleef achter in Vught, waar ze dwangarbeid moest verrichten. In de vroege ochtend van 4 juni 1944 kwam daar een eind aan. De goederen- en veewagens stonden klaar op het station, waar ze samen met 500 andere Joden op transport werd gezet naar Auschwitz. Daar vond weer een selectie plaats en opnieuw werd ze als dwangarbeidster tewerkgesteld. Wonder boven wonder overleefde ze de oorlog. Bij de bevrijding op 19-jarige leeftijd woog ze 34 kilo. (Omdat zij de ontberingen van Auschwitz overleefde, staat zij niet in ons eerder vermelde rijtje).

Corrie en Dries Hoek overleefden de oorlog via de onderduik. Ook hun 2 kinderen, die elders waren opgevangen, bleken nog in te leven te zijn.

Het jonge gezin trof het ouderlijk huis van Corrie bewoond aan. Het zou nog tot in 1947 duren voor zij hun eigen huis weer konden betrekken.