Freek Thomasson (1944-heden)
Dit verhaal is een samenvatting van het artikel Een strijdbare wereldburger uit Lochem op de website Het Geheugen van de Vakbeweging.
‘Principes boven eigenbelang’ noemde Freek Thomasson de memoires over zijn leven als nationaal en internationaal vakbondsman. Hieronder de belangrijkste gebeurtenissen.
Freek Thomasson wordt in 1944 geboren als telg in de wijdvertakte Lochemse familie Thomasson. Het gezin woont in de Poorters Janlaan en Freek gaat naar de Openbare school II aan de Burgemeester Leenstraat. Hij krijgt van meester Veenman een schooladvies voor de HBS, maar moet daar om gezondheidsredenen van afzien: hij blijkt suikerpatiënt, moet regelmatig worden opgenomen in het ziekenhuis en moet het doen met een (M)ulo-opleiding.
Hij krijgt een baan bij de WILA in Lochem en sluit zich aan bij een vakbond. Hij verdiept zich al snel in arbeidsverhoudingen binnen een bedrijf en volgt daarvoor diverse cursussen van de bond. Als hij vervolgens de kaderopleiding wil gaan volgen en daarvoor verlof vraagt bij baas Willemsen is het antwoord: ”As ie naor die schoole wilt, dan gaoj maor! Maor dan hoof ie hier nit meer terugge te komm’n”. Freek kiest toch voor de opleiding en daarmee voor vakbondswerk.
Thomasson begint als kantoormedewerker van de bond Mercurius, afdeling Amsterdam, maar wordt al snel bezoldigd bestuurder bij die bond. En als bestuurder en later voorzitter in landelijk Mercurius beg
eleidt hij de fusie tot Dienstenbond. In 1985 komt er een abrupt einde aan zijn rol doordat hij op het congres van de Dienstenbond bij zijn herverkiezing als voorzitter voldoende steun verlangt en zich zelfs een getal van 75% laat ontvallen. Het wordt 67% en de voorzitter vertrekt.
Al snel weet Thomasson ander werk te vinden als hoofd Personeel bij de Sociale Verzekerings Bank (SVB) in het markante kantoorgebouw aan de Apollolaan in Amsterdam. Het is de periode dat de SVB en de Raden van Arbeid worden samengevoegd tot één organisatie. In 1988 is dat zover en zoekt Freek een nieuwe uitdaging.
Al vanuit de SVB is Thomasson een aantal keren naar buitenlandse congressen geweest en in contact gekomen met zijn nieuwe werkgever, het Internationaal Verbond van Vrije Vakverenigingen (IVVV) in Brussel. Zijn Department of Projects, Education, And Regional Liaison, met vijftien mensen uit tien landen, organiseert vakbondsscholing in ontwikkelingslanden. Het blijkt bij het IVVV een slangenkuil van nationale en internationale voorkeuren, maar het brengt Thomasson naar evaluatiemissies en congressen in Afrika, Azië en Zuid-Amerika.
Omstreeks 1989 stapt Thomasson over naar de International Labour Organisation (ILO) van de VN, waarmee hij vanuit het IVVV al veel contacten had. Zijn standplaats zal Budapest zijn, maar wordt Bangkok. Hij onderhoudt de relaties met vakcentrales in landen als China, Vietnam, Thailand, de Filippijnen. En helpt de bonden hun rol te spelen in overlegstructuren met overheid en werkgevers. Maar dat wordt niet altijd op prijs gesteld. Waarschijnlijk onder Chinese druk wordt Thomassen overgeplaatst naar Manilla, waar hij China niet meer in portefeuille heeft.
Tijdens een dienstreis in Indonesië krijgt Thomasson problemen met een wondje aan zijn voet. Hij kan die voet niet te veel belasten en kreupelt van Java naar Sumatra, van Kalimantan naar Singapore. Pas veel later wordt duidelijk dat het wondje is besmet met een vleesetende bacterie. In Manilla moet zelfs het onderbeen worden afgezet en Thomasson belandt in een rolstoel. Van het vele reizen in ZO Azië kan dan geen sprake meer zijn en ILO plaatst hem in 2002 over naar het eigen opleidingscentrum ITC in Turijn. Tot zijn pensioen in 2006 is Thomasson daar verantwoordelijk voor een opleidingsprogramma voor jonge vakbondsleiders in Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta en Polen.
Vakbondsleiders in ontelbaar veel landen hebben de kneepjes van het vak geleerd via projecten onder leiding van Freek Thomasson, vaak in direct contact met hem. Zijn naam is een begrip in de internationale vakbondswereld, maar in Lochem zullen weinigen hem nog kennen.