Nijha
Al zo’n zeventig jaar in Lochem, maar nog altijd draagt Nij(enhuis) Ha(rfsen) trots de naam van het geboortedorp van de onderneming NIJHA. Want het was in Harfsen dat Hendrik Jan Nijenhuis in 1910 zijn bedoening begon.
Bij zijn boerderij in Harfsen had de geboren Larenaar Hendrik Jan Nijenhuis al een café en een winkel in kruidenierswaren en hij ging er ook fietsen en auto’s repareren. En dan kon je er bovendien terecht voor kolen en kunstmest. In de registers van Gorssel wordt Hendrik Jan dan ook afwisselend als landbouwer, caféhouder, fietsenhersteller of winkelier aangeduid. Handig als hij was zette hij een paar zelf gemaakte speeltoestellen voor de winkel om klandizie te trekken. ‘Smid’ had misschien ook niet misstaan.
Die speeltoestellen bleken een gouden greep, zeker nadat zoon (Hendrik) Jan jr er een serieuze zaak van ging maken. Hij had op de Deventer ambachtsschool de kneepjes van het vak geleerd en bouwde de eerste draaimolens. Stalen buisconstructies, al of niet bewegend, werden het handelsmerk van de ‘Gebr. Nijenhuis – Harfsen’. Want ook jongere zoon Herman kwam in de zaak, als man voor de promotie en de verkoop.
Na de oorlog richtte de firma zich helemaal op de toestellen voor sport en spel. Niet alleen in metaal, maar ook in hout, want wandrekken en andere gymnastiektoestellen vereisten dat. Steeds meer scholen en speeltuinen werden compleet ingericht met toestellen van NIJHA. Zoals in 1951 de speeltuin van vogelpark Avifauna in Alphen a/d Rijn.
De werkplaats in Harfsen was al een paar keer uitgebreid, maar werd nu echt te klein. Het Deventer Dagblad meldt in januari 1954 dat NIJHA (gedeeltelijk) naar Lochem verhuist.
In plaats van een nieuwe fabriekshal te bouwen neemt het bedrijf het pand van de voormalige leerfabriek Reerink in gebruik. Het stinkt er nog wel naar de kadavers, maar met een lasbrander zijn alle resten zo opgeruimd. Op de begane grond komen de productieruimten, tekenkamers en ordervoorbereiding; op de eerste verdieping kantoren voor het management en op de tweede de showroom voor gymnastiektoestellen.
Ondanks veel opdrachten uit het buitenland en grote populariteit onder topturners maakt NIJHA moeilijke jaren door die pas in de jaren ‘60 voorbij zijn. Het Reerinkpand wordt zelfs te klein en aan de Hanzeweg wordt een nieuwe fabriekshal gebouwd.
Het is de tijd dat in elke Nederlandse speeltuin apparaten van NIJHA staan en dat elk internationaal toernooi wordt geturnd op NIJHA toestellen. Het bedrijf beheerst 30% van de speel- en sportmarkt. Als de broers Jan en Herman in de jaren ‘70 afscheid nemen als directeuren bedraagt de omzet fl. 12 mln en werken er 145 mensen.
Dan volgt in 1981 het voor buitenstaanders verrassende bericht dat NIJHA in moeilijkheden verkeert en zelfs failliet gaat. Ontgoocheling is er ook bij de werknemers die het er niet bij laten zitten. Met hulp van de gemeente, die grond en opstallen overneemt, wordt een doorstart in afgeslankte vorm bereikt. Met opnieuw een Nijenhuis als directeur: Hermans zoon Henny.

Het bedrijf dat begin 1981 failliet ging is aan het eind van het jaar weer springlevend. Maar wel op een lager pitje en met ups en downs, zoals dat hoort in een wisselende markt. NIJHA is niet meer de dominante partij in de (top)sportmarkt, maar blijft volop zichtbaar in de speeltoestellen. In het begin van het nieuwe millennium komt het bedrijf in handen van Kees van Marion en Rob Zwiers. .
Het bedrijf wordt minder productgericht en (nog) meer marktgericht. NIJHA beweegt mee met wat de relaties in de wereld van sport en spel vragen. Dat zijn niet louter apparaten, maar de complete inrichting van openbare ruimte, scholen en sportaccommodaties. Circulaire productconcepten en het tegengaan van bewegingsarmoede zijn daarbij belangrijke thema’s.
Maar of dat nou zo nieuw is? Pakte de oude Hendrik Jan Nijenhuis in Harfsen al niet alles aan als er maar klandizie voor was?
Bron: Made in Lochem door Focko De Zee, Lochem 2019.