Abraham Fortuin

Abraham Mozes Fortuin behoorde tot de uitgebreide Lochemse familie Fortuin. Hij was niet de eerste Fortuin in Lochem, maar waarschijnlijk wel de meest prominente. Zijn verhaal is elders op deze site te vinden.

De eerste Fortuinen in Lochem waren Abrahams grootouders: Jacob Mozes en zijn vrouw Martha Beer, die zich in 1788 vanuit de Pfalz vestigden in Lochem. Zij kregen vijf dochters en vijf zonen. Al met al vormden zij hier een uitgebreide misjpoge.

Op de Joodse begraafplaats zijn, behalve de grafsteen van Abraham, meer grafstenen van Fortuinen te vinden.

Elisabeth Fortuin-Bueno de Mesquita was de vrouw van Abrahams broer Jacob.

Jacob Fortuin was niet diezelfde broer, maar een neef.

Mozes Jacob Fortuin was een achterneefje, zoon van voornoemde Jacob.

Henriëtte Fortuin – de Vries was de vrouw van Mozes Jacobs broer Louis.

In de Tweede Wereldoorlog zijn alle nog in Lochem wonende Fortuinen door de Duitsers afgevoerd en vermoord. Voor hen zijn Stolpersteine gelegd bij Markt 20, Markt 25, Walderstraat 8, Zuiderwal 14 en H.Postelweg 17.