Almense Mölle

Zeventiende eeuw ♦ Gemeentelijk Monument

Ten noorden van dit historische krukhuis stond tot 1941 de Almense korenmolen, een windmolen die in al in zeventiende-eeuwse documenten wordt genoemd. Het bij de molen behorende muldershuis was tevens boerderij en herberg en restanten ervan bestaan nog in het huidige pand. De geschiedenis van het grote molenerf wordt getekend door verschillende branden. Zo ging de standerdmolen, die in de eerste helft van de negentiende eeuw werd gebouwd, in 1916 in vlammen op. De opvolger, een beltmolen, werd in 1941 door brand verwoest en daarna niet meer opgebouwd. In 1923 brandde het achterhuis van het muldershuis af. Het werd vervangen en in 1959 gedeeltelijk verbouwd. Het voorhuis dateert nog grotendeels uit de zeventiende eeuw en is ten opzichte van het achterhuis naar links toe uitgebouwd, waardoor een zogenaamde krukhuisopzet is ontstaan. Oorspronkelijk waren er waarschijnlijk twee onderkelderde opkamers, links en rechts. De rechter hiervan is nog aanwezig. In de vensterindeling van de voorgevel is de opkameropzet goed afleesbaar aan het rechthoekige getraliede keldervenster en de hoog in de gevel geplaatste opkamervensters. In het interieur van het pand bevinden zich nog het oude balkenplafond, enkele besteden en een betegelde schouw.

Evenwijdig aan het achterhuis staat aan de oostzijde een grote veeschuur in de vorm van een hallehuis met middenlangsdeel. In de zijgevels bevinden zich kleine stalvensters en in de achtergevel een dubbele deeldeur. De sluitsteen boven de deeldeur draagt het jaartal 1851.