Bleekhuisje

Circa 1700 ♦ Rijksmonument

Over de oorspronkelijke functie van dit vakwerkhuisje is in het verleden veel gespeculeerd. Jarenlang stond het bekend als het “Pesthuisje” en dacht men dat het, wanneer de pest weer eens rond waarde, onderdak bood aan de pestlijders, die men wegens besmettingsgevaar niet binnen de stadsmuren duldde. Daarvoor is het huisje echter waarschijnlijk niet oud genoeg. De laatste grote pestepidemieën troffen delen van het land in het derde kwart van de zeventiende eeuw en het huisje zal hooguit van rond 1700 dateren. Dit kunnen we concluderen aan de hand van het toegepaste metselwerk van de schouw en de zeer bijzondere gedraaide schoorsteen. De bouw vond bovendien plaats na de sloop van de vestingwerken en het dempen van de buitenste van de twee grachten.

De ligging onmiddellijk aan de stadsgracht, waarlangs de bleekvelden voor de was lagen, zou er op kunnen wijzen dat het hier om een blekershuisje gaat dat als verblijfplaats diende voor degene die een oogje in het zeil hield over de bleekvelden. Ook is het niet ondenkbaar dat het pandje gebruikt werd door één van de looiers, die aan de Lochemse gracht hun vak uitoefenden. De woonfunctie blijkt uit de grote schouw, maar gezien het formaat van het huisje zal het niet permanent zijn bewoond. In 1992-1993 is het huisje ingrijpend gerestaureerd. Vanwege de zeer slechte staat konden slechts enkele onderdelen van de originele constructie worden behouden, zoals de schouw met schoorsteen, de naar de gracht gekeerde voorgevel en enkele delen van de kapconstructie.