Echtpaar Hartog – Brest
Op 22 december 2022 zijn op het adres Zuiderwal 15 in Lochem twee Stolpersteine gelegd voor:
Aharon Salomon Hartog (52 jaar), omgebracht op 21 oktober 1942 in Auschwitz
Branca Hartog-Brest (47 jaar), omgebracht op 21 oktober 1942 in Auschwitz
Over de familie Hartog
De voorgeschiedenis van Aharon Hartog en Branca Hartog-Brest start in 1848, het jaar waarin de koosjere slagerij van de familie Hartog werd gevestigd in Walderstraat 17. Nadat de oprichter Salomon Joseph Hartog in 1869 was overleden, zette weduwe Goedjen Vredenburg de zaak voort. Toen zij op haar beurt in 1887 overleed, namen haar twee zonen, Abraham en Joseph, de slagerij over. Joseph had eveneens twee zonen, Alexander en Aharon. Zij waren al op jonge leeftijd als slagersknecht werkzaam in de zaak van hun vader. Toen vader Joseph in 1921 overleed, zetten Alexander en Aharon de slagerij samen voort.
Op 13 maart 1934 trouwde Aharon op veertigjarige leeftijd met de vijf jaar jongere Branca Brest, dochter van een ondernemersfamilie uit Zwartsluis. Het echtpaar zou kinderloos blijven.
Huwelijksfoto van Branca Brest en Aharon Hartog, 13 maart 1934. (Bron: familiearchief Brest)
De vader van Branca was vertegenwoordiger in manufacturen. Daarnaast deed de familie Brest in goud en zilver. Rond 1919 was Branca bediende op het Post- en Telegraaf- kantoor van Zwartsluis. Later verhuisde men naar de Diezerstraat in Zwolle.
Foto uit 1919 van Branca als kantoorbediende op het Post- en Telegraafkantoor van Zwartsluis.
Modern wonen op de Zuiderwal
Na hun huwelijk in 1934 betrokken Aharon en Branca Zuiderwal 15. Hoewel de ouders van Aharon van 1883 tot 1897 op datzelfde adres hadden gewoond, betrof het een totaal ander huis. Het werd in 1932 vervangen door een modern rijtje van zeven kleine woningen, die van alle moderne gemakken waren voorzien: stromend water en aansluiting op het riool. Het rijtje staat er nog steeds.
Naast zijn beroep als slager bekleedde Aharon meerdere functies binnen de Joodse gemeenschap van Lochem. Zo was hij bijvoorbeeld in de jaren dertig enige tijd bestuurslid van de plaatselijke Joodse gemeente en was hij penningmeester van de ‘Vereniging Joodse Studieclub’. Zijn buurvrouw, Rachel Vleeschhouwer-Fortuin was tezelfder tijd secretaris van deze club. Ja, de Joodse burgerij in Lochem was destijds een klein wereldje van ons-kent-ons.
Zowel de directe familie van Aharon als die van Branca werd genadeloos getroffen door het misdadig regime van de nazi’s.
In augustus 1942 werd Aharon door de nazi’s tewerkgesteld in het werkkamp voor Joodse dwangarbeiders in Lievelde, een dorp in de Achterhoek. Men verrichtte er zwaar werk in de buitenlucht. Zijn verblijf was echter van korte duur: tijdens de grootschalige, landelijke razzia van 3, 4 en 5 oktober werden alle gevangenen van Lievelde ’s nachts naar Westerbork getransporteerd. Datzelfde weekend werd ook Branca daar geïnterneerd. Voor beiden vast een gelukkig weerzien, maar op zo’n treurige plek. Twee weken later, op 19 oktober werden Aharon en Branca, samen met honderden andere Joden, met de trein naar Auschwitz vervoerd. Twee dagen later vonden ze de dood. In een gaskamer.