Echtpaar Mendels – de Leeuw
Op 14 december 2022 zijn op adres Zuiderwal 16 in Lochem twee Stolpersteine gelegd voor:
Emanuel Mendels (41 jaar), omgebracht op 30 april 1943 in Sobibor
Johanna Magdalena Mendels-de Leeuw (32 jaar), omgebracht op 30 april 1943 in Sobibor
Emanuel en Johanna
Op Zuiderwal 14, 15 en 16, woonden -toevallig of niet- eind jaren dertig van de vorige eeuw mensen van Joodse komaf. Allen werden door de nazi’s vermoord.
Nummer 16 was de woning van Emanuel Mendels, geboren op 17 december 1901 in Arnhem, en Johanna Mendels-de Leeuw, geboren op 10 januari 1911 in Doetinchem. Ze trouwden op 2 augustus 1933 in Arnhem. Negen jaar later, in juni 1942, kregen ze een doodgeboren kindje.
Emanuel werd rond zijn achtste jaar stilaan doof. Hij verbleef daarom van september 1909 tot juli 1916 in het doveninstituut Guyot in Groningen. Hier werd hij opgeleid tot schrijnwerker: ambachtelijk timmerman en meubelmaker. Op de groepsfoto die gemaakt werd bij zijn vertrek uit Groningen staat hij derde van rechts op de achterste rij.
In hun trouwakte van 1933 staat vermeld dat Emanuel slager was. Denkbaar is dat hij toen in dienst was bij zijn buurman Aharon Hartog, die met zijn broer Alexander op Walderstraat 17 een koosjere slagerij bestierde. Johanna werkte als naaister.
Emanuel was zoon van Mordechai Mendels en Maria Mendels-Dasberg, beiden geboren in 1876. Emanuel had twee zusters en één broer. Allen lieten het leven in Auschwitz dan wel Sobibor.
Johanna, de echtgenote van Emanuel, kwam uit het gezin met drie dochters van Samuel de Leeuw (1881) en Judith de Leeuw-Meijers (1877). Slechts één van hen overleefde de oorlog.
Gevlucht uit Westerbork?
Emanuel en Johanna werden tijdens de grote, landelijke razzia in het weekend van 3, 4 en 5 oktober 1942 opgepakt en afgevoerd naar doorgangskamp Westerbork. Althans, dat vermeldt hun Joodse Raad-kaart. Maar het echtpaar bleek ook ondergedoken te zijn geweest op het adres Valkenweg 80 in Apeldoorn. Het is niet duidelijk wat er tussen 3,4 en 5 oktober en 25 april 1943 gebeurd is, toen Emanuel en Johanna op bovengenoemd adres door de nazi’s werden gearresteerd. De aantekeningen op de Joodse Raad-kaarten waren lang niet altijd betrouwbaar. Dat gold met name voor de notities die in oktober 1942 werden aangebracht. Het aantal gevangenen in Kamp Westerbork groeide in dat weekend van drie- naar vijftienduizend. De administratie liep daardoor helemaal vast en vervolgens behoorlijk achter.
Een verzetsgroep bracht regelmatig Joden onder in Apeldoorn-Zuid, destijds een vrij nieuwe woonwijk. Uit onderzoek is gebleken dat enkele adressen in Apeldoorn, waaronder Valkenweg 80, in de laatste week van april 1943 grondig werden doorzocht.
Hoe het ook zij, op 26 april 1943, werden Emanuel en Johanna naar Westerbork gedeporteerd, waar ze bij aankomst in barak 66 terecht kwamen. De zwarte hoofdletter ‘S’ rechtsboven op hun kaart verwijst naar ‘straf ‘en wel omdat ze ervan verdacht werden van woonplaats te zijn veranderd zonder de daartoe vereiste vergunning te hebben.
De volgende dag volgde transport naar Sobibor waar Johanna en Emanuel, samen met zoveel anderen, op 30 april werden vermoord.
Emanuel wordt gememoreerd op www.dovenshoa.nl, een site waarop alle Nederlandse dove Joodse slachtoffers van het naziregime worden herdacht.
Bronnen:
Arolsen Archives
Roeland Oudejans-Albers (Apeldoorn)