Hendrik Gerrit Strookappe

Op het adres Emsbroekweg 4 in Harfsen is een Stolperstein gelegd voor:

Hendrik Gerrit Strookappe (21 jaar), Bezweken aan ondervoeding in kamp Kahla bij Eichenberg op 30 maart 1945.

Hendrik Gerrit werd geboren op 23 augustus 1923. Hij is vernoemd naar opa Hendrik Gerrit Stoelhorst en zijn roepnaam werd Hendrik. Na de lagere school gaat Hendrik werken voor o.a. Gerrit Regelink op boerderij Menkveld in Eefde, daarna een boer in Bathmen (van juni tot augustus 1941) en een boer in Geesteren, maar hij hielp ook op de Strookappe boerderij.

Nederland is ondertussen bezet door de Duitsers en zij sommeren Hendrik, als enige van de mannelijke kinders, te gaan werken in Duitsland wat hij doet bij een Duitse boer. Tijdens een verlof besluit Hendrik niet terug te keren naar Duitsland en gaat werken en duikt onder bij boer Hendrik Johan ter Meulen aan de Deventerweg in Laren waar hij ’s nachts sliep in een nieuwe giertank in een schuur. Op 11 maart 1944 komt de landwacht, waarschijnlijk getipt door de Larense WA, huiszoeking doen bij boer Ter Meulen die zich zo bedreigd voelt dat hij de schuilplaats van Hendrik aangeeft die daarop ruw uit de slaap wordt gewekt. De boer ontloopt arrestatie door een stuk spek mee te geven aan de controleurs. De volgende dag waarschuwt hij moeder Heintje die erachter komt dat Hendrik dan nog in Lochem is en brengt hem dan een koffer met eten en kleren. Hendrik wordt vanuit Lochem eerst overgebracht naar Arnhem en daarna naar Kamp Amersfoort waar meer zgn. werkweigeraars en contractbrekers gevangen zaten. Hier heeft hij een week gezeten. Hij krijgt het gevangenennummer 8494. V Moeder Heintje is samen met Evert Johan die dag nog in Amersfoort geweest om haar zoon te bezoeken, maar hij was net die ochtend van 18 april 1944 vertrokken met 496 andere Nederlandse gevangenen naar concentratiekamp Buchenwald in Duitsland. Aldaar verblijft Hendrik eerst in blok 58 van het zgn. Kleine Kamp en na enkele weken quarantaine wordt hij overgeplaatst naar blok 32 of 49 waar veel Nederlanders zaten. Zijn registratienummer is 47583, wordt bestempeld als politieke gevangene en draagt een rode driehoek op zijn kleding. Op 5 juni 1944 wordt Hendrik overgebracht naar het subkamp Tröglitz om te werken in een bruinkool groeve. Hendrik schreef brieven naar zijn ouders, maar deze zijn helaas niet bewaard gebleven.

Het boekje “Nederlanders in Buchenwald” beschrijft “het grote transport van april 1944” waar Hendrik ook onderdeel van uitmaakte en hoe de groep het verging in Buchenwald, een indrukwekkend verhaal. Op 11 november 1944 keert Hendrik terug in Buchenwald en twee dagen later wordt Hendrik eerst verplaatst naar het nabij gelegen Weimar en kort daarop overgebracht naar Eichenberg bij Kahla. Aldaar werd de ondergrondse vliegtuigfabriek Reimahg gebouwd in de Walpersberg. Hendrik moest er helpen met de bouw van de fabriek waar later de ME 262 jager gebouwd zou worden.

Kahla was een kamp onder SS-bewaking en de behandeling was er slecht. Hij verblijft in kamp E bij Eichenberg welke op 12 april 1945 wordt bevrijd door de Amerikanen. Hendrik maakt dit helaas niet meer mee, hij is er a.g.v. oedeem (en natuurlijk door uitputting en ondervoeding) gestorven op 30 maart 1945. Op de plek waar Hendrik waarschijnlijk begraven ligt, staat nu een monument welke ik in september 2007 bezocht heb. Op het informatiebord wordt zijn naam genoemd als één van de 18 Nederlandse slachtoffers en één van de 43 Nederlandse slachtoffers die afkomstig waren van het transport uit Amersfoort. Hendrik heeft een verschrikkelijke tijd gehad en heeft vlak voor zijn dood nog gezegd dat hij in deze wereld niet meer wilde leven …

Op 23 juni 1945 plaatst de familie een overlijdensbericht in de krant . Het was toen pas dat de familie werd geïnformeerd over het overlijden van Hendrik Gerrit. Zwaar viel hen dit verlies, zo ook opgeschreven in de advertentie.

Het verraad van Hendrik in Laren wordt ook beschreven in het boek “Klein Nederland – De oorlog in een Gelders dorp” van Jan Braakman.