Huize Beukenstein

1917 ♦ Rijksmonument

In 1917 kreeg architect G.J. Postel van W. Dull de opdracht voor het ontwerpen van een groot landhuis, dat op een prominente plek aan de Ampsenseweg, vlakbij het station van Lochem zou worden gebouwd. Het betekende voor de toen 30-jarige architect één van zijn eerste grote landhuisopdrachten. Beukenstein is wat betreft de opzet en de vormgeving een goed voorbeeld van de stroming binnen de representatieve woonhuisarchitectuur, waarin de Engelse landhuis- en cottagebouw de grote inspiratiebron is. Tot eind jaren twintig zou Postel een groot aantal woonhuizen in deze stijl ontwerpen, stuk voor stuk schilderachtige gebouwen met complexe rieten kappen, erkers en rustieke bakstenen gevels, die soms met hout zijn bekleed. Een typisch Engels kenmerk bij Beukenstein zijn de gebogen erkers over twee bouwlagen, die de voorgevel domineren. In het interieur is de grote, direct achter de voorgevel gelegen centrale hal een Engels element. Voor de tuinaanleg trok Dull de bekende tuinarchitect L.A. Springer (1855-1940) aan. De tuin toont een mengeling van formele en landschappelijke stijlkenmerken en is daarmee een voor de vroege twintigste eeuw typerend voorbeeld van de gemengde stijl. De halfcirkelvormige oprijlaan bezit aan de Ampsenseweg twee toegangspoorten, waarvan alleen de met siermetselwerk uitgevoerde hekpijlers oorspronkelijk zijn.

Beukenstein werd in september 1931 in gebruik genomen als een rust- en vakantieoord van de Stichting van Weldadigheid voor Protestantsche Pleegzusters. Het huis met het bijbehorende kapitaal was aan de stichting gelegateerd door wijlen mevrouw Dull-Quintus.

.