Jan Marinus van den Brink

Op het adres Holterweg 6 in Laren is een Stolperstein gelegd voor:

Jan Martinus van den Brink ( 20 jaar), vermoord op 4 december 1944 in Neuengamme

Jan Martinus van den Brink werd op 15 september 1924 in Laren (Gld) geboren. Het adres luidde Holterweg 6 of 8 (beide huizen bestaan niet meer; nu is daar de opslagruimte van Supermarkt PLUS). Zijn ouders, Nederlands Hervormd, waren Willem Jan van den Brink en Aaltje Hendrika Alink. De vader van Jan was koperslager.

Van deze jongeman weten we helaas weinig.

Op een document van het Polizeiliches Durchgangslager Amersfoort, gedateerd 29 augustus 1944, staat ‘student’ als zijn beroep en Arbeits-verweigerung als reden voor zijn inhechtenisneming. De combinatie van beide gegevens zouden kunnen wijzen op het feit dat Jan Martinus eerder geweigerd heeft zijn handtekening te zetten onder de hem ooit voorgelegde loyaliteitsverklaring. Daarin verklaarden studenten zich loyaal aan de wetten en regels van de bezetter. Deze werd alle Nederlandse studenten vanaf 1943 voorgelegd. Wie weigerde deze te tekenen mocht

niet langer studeren en liep vervolgens het risico te worden gearresteerd om daarna te worden ingezet voor de Arbeitseinsatz. Voor Jan Martinus kan dit vooruitzicht reden zijn geweest eieren voor zijn geld te kiezen en onder te duiken. Hij werd op 9 augustus 1944 op zijn onderduikadres in Vorden door de Ruurlose Landwacht opgepakt. Onderduiken impliceerde dat je je onder meer onttrok aan de verplichte tewerkstelling, Arbeitsverweigerung zoals door de nazi’s juridisch verwoord. Reden om hem op 29 augustus 1944 (formeel) in Kamp Amersfoort vast te zetten, maar feitelijk werd hij in Aussenstelle Arnheim geïnterneerd. Deze koepelgevangenis van Arnhem was een soort dependance van ‘Amersfoort’.

Na een verblijf van slechts tien dagen werd Jan Martinus op 10 september 1944 naar het Duitse Neuengamme overgebracht. Daar wachtte hem Arbeitseinsatz im Reich en wel in buitencommando Husun-Schwesingeen, een klein bijkamp van Kamp Neuengamme. De werkomstandigheden waren spartaans, erbarmelijk en mensonterend. Gedurende de hele dag stonden de gevangenen met hun voeten in ijskoud water bij het graven van de ‘Friesenwall’ een vijf meter brede en iets meer dan vier meter diepe antitankgracht langs de kust van Sleeswijk-Holstein. Het kamp heeft maar drie maand bestaan. Jan Martinus bezweek op 4 december 1944, Vernichtung durch Arbeit. Hij werd daar in een massagraf gegooid. Na de oorlog is hij door de Oorlogsgravenstichting geïdentificeerd en is hij herbegraven op het Nederlands Ereveld Loenen.

Bron: Klein Nederland, De Oorlog in een Gelders dorp, Jan Braakman, 2010.