Richtershuis
1638 ♦ Rijksmonument
In het Richtershuis werd in de zeventiende eeuw lokaal recht gesproken door “de Richter van het Scholtambt”, een door het kwartier benoemde ambtenaar, onafhankelijk van de stad, die bij alle rechtzittingen van dit Scholtambt aanwezig moest zijn. Aan de Richter werd een huis ter beschikking gesteld waarin tegelijk ook de formele zaken die het Scholtambt en het kwartier aangingen, werden afgehandeld. In 1638, het bouwjaar van het huis aan de Bierstraat, was Henrick Wussink richter. De eerste letter van zijn achternaam sierde de wapensteen die de topgevel van het huis bekroonde. Later is het pand aan de functie van richtershuis onttrokken en particulier bewoond geweest. Zo was in de achttiende eeuw de adellijke familie de Roode van Heeckeren eigenaar van het pand en werd het in 1735 verkocht aan de predikant F.A. van Ruhenbeek. Vervolgens woonden hier mr. Jan Laurens Sölner, secretaris van Lochem en dominee Bernard van den Broek. In de twintigste eeuw was het pand onder meer als Openbare Bibliotheek in gebruik. Daarna werd het verbouwd tot raadzaal van de gemeente Lochem. Tegenwoordig is het een restaurant.
Zie ook het uitgebreide verhaal op deze site.
Het Richtershuis is een volledig bakstenen huis, dat zoals de meeste andere huizen in de binnenstad slechts één volledige bouwlaag heeft en daarboven een grote, in de kap opgenomen zolderverdieping. Meest opvallend is de schilderachtige trapgevel uit 1638. De onderpui is in deze vorm een op achttiende-eeuwse elementen berustende fantasie, waarvoor bij de restauratie een fraaie winkelpui uit circa 1890 moest wijken. Binnen zijn de zeventiende-eeuwse balkenplafonds en de eiken kapconstructie volledig behouden gebleven.
Lees meer over Bierstraat 2 op deze website.