’t Elger

1885 ♦ Gemeentelijk Monument

De opdrachtgevers voor de bouw van dit huis waren Gerardus Theodorus Markvoort en zijn vrouw Christina Everding Kloosterboer, de eigenaars van het molenaarshuis, de Almense Mölle. In de gevelstgeen staan de initialen van hun twee zonen G.B. en E.H. Markvoort. Het hoofdhuis heeft een T-vormige opzet, waarbij het grote blokvormige herenhuis aan de voorzijde domineert. De statige, geheel in baksteen opgetrokken woning heeft door de symmetrische opzet, de middenrisaliet met dakkapel en de hoekpilasters een klassieke opzet. De op de prachtige tuin gerichte gevel is voorzien van een houten veranda en dubbele tuindeuren. Links van het huis bevindt zich een boerenschuur in de vorm van een hallehuis. De parktuin heeft een eenvoudige, maar duidelijk herkenbare landschappelijke opzet, zoals dat in de late negentiende eeuw gebruikelijk was voor dergelijke buitens. Oude eiken en beuken bepalen het beeld. De tuin is deels omgeven door een gemetselde tuinmuur. In 1945 werden in de voortuin 44 geallieerde soldaten begraven, die tijdens de bevrijdingsgevechten en bij de aanleg van het bruggenhoofd over het Twentekanaal waren gesneuveld. Later zijn de lichamen overgebracht naar een oorlogsbegraafplaats.

’t Elger kreeg in 1955 een nieuwe eigenaar, de grafisch kunstenares Jeanne Bieruma Oosting (1898-1994). Zij gebruikte ’t Elger vooral als zomerverblijf, ’s winters woonde ze in Amsterdam. Bieruma Oosting was onder meer aquarellist, beeldhouwer, illustrator en boekbandontwerper. Zij werd vooral na de Tweede Wereldoorlog bekend met haar grafische werk.