Tolhuisje in Gorssel

1854, 1915 ♦ Gemeentelijk Monument

In 1854 werd de oude landweg van Gorssel naar Dorth en Bathmen verhard. De nieuwe “Grindweg”, de huidige Joppelaan, betekende een flinke vooruitgang voor het toenemende wegverkeer. Om in het onderhoud van de kostbare weg te voorzien werd tol geheven bij het speciaal daar voor gebouwde tolhuis aan de Joppelaan. De eerste gemeentelijke tolgaardster was mevrouw Jet Spijker-Goldenbeld. Iedere dag werd het tracé Gorssel – Bathmen schoon gehouden door gemeentewerker Willem Spijker. Het kleine tolhuis is in 1915 door de Gorsselse gemeentearchitect Jansen verbouwd. Later is het naar achteren toe enigszins uitgebreid. Tol wordt er sinds 1921 niet meer geheven. Het huisje heeft een zeer markante naar voren geschoven positie, direct aan de openbare weg, zoals gebruikelijk voor de negentiende-eeuwse tolhuizen. De wit geschilderde gevels en de bij de tolboom geplaatste lantaarn maakten dat het huisje ook bij duisternis goed herkenbaar was. Het Gorsselse tolhuis was één van de vele in de regio. De meeste tollen werden ingesteld bij het verharden van de doorgaande wegen rond 1850. Een tweede tol bevond zich vlakbij, eveneens aan de Joppelaan, bij nr. 102. Aan de rijksweg van Zutphen naar Deventer waren maar liefst drie tolhuizen, in Eefde, Gorssel en Joppe. Ook waren er tolhuizen langs de Lochemseweg en aan de Almenseweg.