Villa Rustoordlaan

Circa 1905-1910 ♦ Rijksmonument

Al in de tweede helft van de negentiende eeuw was het lommerrijke gebied tussen de beide spoorlijnen Zutphen-Lochem en Zutphen-Vorden, ten zuiden van Eefde, in beeld gekomen als vestigingsplek voor villa’s en landhuizen. De nieuwe huizen nestelden zich aan de straatweg naar Zutphen, tussen de oudere panden als De Laatste Stuiver, Huize De Wolzak en Schoonoord. Zo ontstond aan de noordzijde van de huidige Rustoordlaan een hele rij statige kleine villa’s en ook aan de zuidzijde, nabij het raadhuis van de gemeente Gorssel, kwamen steeds meer voorname woonhuizen te staan. Rond 1905-1910 werden, waarschijnlijk kort na elkaar, de twee villa’s op de nrs. 35 en 37 gebouwd. Het rijksmonument Rustoordlaan 35 is zeer kenmerkend voor de villabouw in de vroege twintigste eeuw, zoals die op grote schaal ook in Apeldoorn, Zutphen en Lochem plaats vond. Het villatype met de combinatie van een hoofdbouwdeel met erker en zadeldak, gecombineerd met een gedeelte met een plat dak, komt veel voor in de villawijken De Parken en de Indische Buurt in Apeldoorn. De decoratieve behandeling van de gevels vertoont juist veel overeenkomsten met de villa’s langs de Deventerweg in Zutphen, die daar door de aannemer-architect H.J. van der Klip zijn gebouwd. Die vormgeving combineert elementen uit de negentiende-eeuwse neorenaissance, zoals de versiering met spekbanden en siermetselwerk, met invloeden van de jugendstil, te zien bij de ingangspartij en details van ramen en deuren. Ook het kleurige materiaalgebruik is typerend voor de vroege twintigste eeuw. Deze bouwtrant wordt ook wel overgangsarchitectuur genoemd.