Winkel-woonhuispui Bierstraat

In het begin van de twintigste eeuw, als Lochem volop in ontwikkeling is als geliefd vakantieoord en moderne vestigingsplaats voor talloze vaak welgestelde nieuwkomers, verandert ook de binnenstad zienderogen. Het stadje werd steeds meer een “winkelcentrum” waar een grote verscheidenheid aan producten kon worden gekocht. Er vestigden zich naast de eenvoudige levensmiddelenwinkels (bakkers, slagers, kruideniers, drogisten, etc.) zaken waar luxe artikelen werden aangeboden, zoals dames- en herenkleding, huishoudelijke artikelen, meubels, etc. Deze vernieuwing ging in Lochem hand in hand met de opkomst van een nieuwe, moderne decoratieve stijl, die in de vormgeving van de nieuwe winkelpuien werd toegepast: de Jugendstil of Art Nouveau. Na alle historiserende stijlen van de negentiende eeuw waaide er rond 1900-1915 een frisse wind in de binnenstad. De nieuwe winkelpuien kregen een open, uitnodigend karakter, met zeer grote etalageruiten en riante, vaak in portieken opgenomen entrees. Luxe materialen als marmer, gepolijst graniet, glas-in-lood, kostbaar hardhout, veelkleurige tegels en geglazuurde bakstenen trokken de aandacht. Nieuwe ontwikkelingen en mogelijkheden in de bouwtechniek werden toegepast om de openheid van de winkelpui te bewerkstelligen: zware ijzeren lateibalken om de bovengevel op te vangen en de grote, soms gebogen etalageruiten. Architect Beeftink ontwierp één van die opvallende winkelpanden in de Lochemse binnenstad voor kruidenier G. Boermans, nadat het oude pand door brand was vernield. Boven de fraai gedetailleerde winkelpui heeft ook de gevel van de bovenwoning een bijzondere opzet gekregen door de loggia met balkon en de met gepleisterde details gedecoreerde tuitgevel.